De rijkdom van een dubbele identiteit: Gina over haar Molukse opvoeding, wat brengt ze over aan Mex (en wat niet)

GinaPesulima-byDorianJurne.jpeg

Wat heeft founding mama Gina deze week op haar radar? Tijdens ‘Catch Up With G.’ neemt ze je mee in de ups-and-downs van haar bewogen leven als schrijvende moeder. Van beklijvende hersenspinsels tot noemenswaardige ervaringen. Tune in.


“Ik ben geboren uit een Moluks/Nederlandse moeder, die haar kinderjaren woonde in Jakarta, en een Molukse vader, die geboren en getogen is in Nederland. Met mijn licht getinte huid, lichte ogen en 1m72 zit ik altijd tussen twee culturen in. 'Halfbloedje' (of Indo…) hoor ik vaak, terwijl ik dat niet ben. Ergens kleinerend, ook door dat -'je'. Dubbelbloed dekt volgens mij de lading beter. Thuis zijn wij (mijn broer Yoram, zusje Leah en ik) Moluks, maar niet per se traditioneel Moluks opgevoed. We kennen de verhalen van ojang Sahetapy (opa van mama) en opa Pesulima die tijdens de Tweede Wereldoorlog vochten voor dit land, ojang gaf zelfs zijn leven voor dit land, tot in detail. We staan hier ook geregeld bij stil, door er met elkaar open over te praten, maar blijven er niet in hangen. En kijken met z'n allen vooruit! Dat vind ik mooi. Juíst omdat de vrijheid waarvan ik vandaag de dag geniet in Nederland ook zeker dankzij mijn Molukse voorouders is.

Hoewel mijn ouders het Moluks-zijn delen en de Maleise taal beiden machtig zijn, zijn wij (why ook alweer?) eentalig opgevoed. Er werd vroeger alleen Nederlands gesproken, oké en Maleis als we iets niet mochten weten. Dat heb ik als een gemis ervaren. Helemaal toen we in 2013 met ons gezin op Maluku waren en mijn zusje en ik niet met onze nichtjes konden communiceren. Mijn broer sprak wel met onze familieleden, simpelweg omdat het hem niet uitmaakte als hij woorden verkeerd uitsprak of vervoegde. We woonden eerst niet in de wijk, gingen wel van kleins af aan naar de kerk (en zondagsschool), zijn gedoopt, volgden bijbelles en deden belijdenis. Sure, omdat het hoorden, maar ook omdat we het zelf wilden. Er werd niets opgelegd. Al kwam het bespreken van dingen (zoals: waarom kan ik geen relatie hebben met een Molukse jongen die moslim is?) in alle eerlijkheid wel pas op latere leeftijd. Dat is typisch Moluks: niet echt praten over je gevoel. Laat staan het uiten. Dat is iets dat ik niet mee wil nemen in de opvoeding van Mex. Mijn vader is een zorgzame, trotse en inmiddels zachte man. Ik heb een close band met hem, maar ik heb pas écht met hem leren praten toen ik zelf moeder werd. En: nu is papa mijn vertrouwenspersoon, heb ik boeiende gesprekken met hem. Over onze roots en de reis naar Maluku, het k*tjaar waarin ik als ZZP'er zit en over mijn dochter, zijn zonnetje en haar ontwikkelingen.

Sinds Mex ben ik nog meer in touch met mijn Molukse roots.
— Gina Pesulima

In mijn pubertijd vond ik het lastig om mijn dubbele identiteit te omarmen. Ik voelde me niet thuis tussen de meiden in de Molukse wijk, op mijn 12e gingen we wonen in het ouderlijk huis van m'n vader in Lunteren, en ik kon ook niet mijn draai vinden tussen mijn Nederlandse scholieren. Tel daar alle puberale veranderingen die je als meisje doormaakt bij op, en ik was pretty lost. Op zoek naar mezelf! Mijn Moluks-zijn was nog steeds belangrijk, maar het was nog belangrijker om erachter te komen wie Gina is. Tijdens mijn Utrechtse studententijd woonde ik thuis (het nest was warm en mijn broer en zusje woonden er ook nog) en had vriendinnen die van Molukse afkomst waren, maar ook Spaans, Indisch en Nederlands. Toen ik op mijn 24e in Amsterdam ging wonen - in een buurt waar alle culturen samenkomen - zag ik mijn dubbele identiteit nog meer als een rijkdom, kracht. Mijn creativiteit, Nederlandse hands-on mentaliteit bracht me verder en mijn Molukse bescheidenheid zorgde ervoor dat ik grounded bleef (en men het mij ook gunde, denk ik). Grappig genoeg kwam ik daar, via werk in de PR/media, onbewust altijd in contact met Molukse creatieven. Je voelt dan toch een bepaalde, onbeschrijfelijke klik. En dat verbind.

Binnen ons gezin zorgen we voor elkaar, ongeacht wat voor problemen er ook zijn (vroeger soms tot het onredelijke toe!). 'Lain Sayang Lain', een Molukse uitdrukking: vrij vertaald is de betekenis houden van elkaar en zorgen voor elkaar. Dát wil ik doorgeven aan Mex, door haar de saamhorigheid van onze familie te laten voelen en te laten zien. Ze ziet het zoontje van mijn broer echt als haar ade ('mam, Mano is mijn broertje ook al komt hij niet uit jouw buik!). Ze beschouwt mijn ouderlijk huis, waar wij het eerste halfjaar van haar leven woonde, ook als thuis.
Als we twee dagen niet bij opa en oma zijn geweest vraagt ze wanneer we naar Lunteren gaan.

Mijn ouders praten veel Maleis met Mex, opa zingt Bapa Jacob (Vader Jacob, red) met haar, zelfs tijdens het avondeten, aan dezelfde eettafel waar wij als jonge kinderen van hem alleen stilletjes ons eten mochten opeten. Dat is verandering! Sinds Mex ben ik nog meer in touch met mijn Molukse roots. Ik durf meer Maleis met haar te praten (we lezen elke avond voor het slapen gaan samen uit een boek van Cicak Manu), ik vind steeds meer mijn weg in het interpreteren van mijn mixed cultuur en ik gebruik mijn afkomst ook als inspiratiebron voor mijn werk. Het idee om een Moluccan Mothers fotoproject met expositie te starten ligt er nu. Ik ben Nederlandse met Molukse wortels. Ik haal graag het beste uit beide werelden. Ik wil Mex grootbrengen als kind van de wereld met liefde, menselijkheid, empathie en nieuwsgierigheid: zonder oogkleppen, met een open; frisse blik. Ik zal over 20 jaar 'es bij mijn meisje checken of dat ook is gelukt…”


Mogelijk gemaakt door team NANA

Fotografie: Dorian Jurne
Visagie: Sisley Angenois
Concept en coördinatie: Gina Pesulima

Vorige
Vorige

Summer in the city: met Gina & Mex in 020

Volgende
Volgende

David deelt zijn mannelijke kijk op het ouderschap versus partnerschap